Sommige cytostatic, zoals cisplatine, fosfamide en methotrexaat, kunnen de nieren beschadigen. Als uw kind behandeld wordt met deze cytostatica wordt de werking van zijn/haar nieren nauwkeurig gecontroleerd. Er wordt rekening gehouden met de nierfunctie voor de behandeling, de dosering van de chemokuur en zo nodig het gebruik van andere medicijnen die de nieren nadelig kunnen beïnvloeden. U kunt de schade vaak beperken of zelfs voorkomen door uw kind voldoende te laten drinken. Soms is het nodig om uw kind extra vocht te geven (hyperhydratatie) via een infuus. Net als de nier kan ook de lever beschadigd raken. Dit is meestal tijdelijk en alleen te zien aan een (tijdelijke) verhoging van bepaalde levertesten in het bloed van uw kind.